Wat moet er gebeuren?

  • De woningbouwambitie voor de komende jaren wordt afgestemd op de unieke kwaliteiten van Deventer. Groei is geen doel op zich.
  • Deventer voert een beleid dat aantrekkelijk is voor de eigen jongeren, jongeren van buiten de gemeente en voor starters. Dit vraagt om voldoende starterswoningen en sterke culturele voorzieningen, zoals een poppodium.
  • Bij een compacte stad gaat inbreiding boven uitbreiding, mits dit niet ten koste gaat van gezondheid, openbaar groen, ontmoetingsplaatsen en toegankelijkheid met het openbaar vervoer.
  • De stationsomgeving (‘stadscampus de Kien’) biedt mogelijkheden voor een binnenstedelijke gebiedsontwikkeling waar compact en duurzaam kan worden gebouwd. Ook zijn er kansen op de locatie van ‘Roto Smeets’ en in het aansluitende havengebied.
  • Uitgangspunt is dat bestaand openbaar groen en bomenstructuren ook bij inbreidingslocaties behouden blijven.
  • Om de leefbaarheid in de dorpen op peil te houden is het noodzakelijk om woningen te bouwen, met name voor starters en ouderen. Hierbij moet een zorgvuldige afweging worden gemaakt waarbij steeds de belangen van landschap, natuur en cultuurhistorisch karakter een prominente rol hebben en voorzieningen toereikend zijn.
  • Leidend uitgangspunt is dat Deventer bouwt binnen de grenzen van de huidige bebouwing.
  • De kernen van Deventer blijven van elkaar gescheiden met groene bufferzones. Per kern en dorp worden groene grenzen getrokken. Diepenveen en Schalkhaar worden niet het Wassenaar en Pijnacker van Deventer maar blijven hun unieke kwaliteiten behouden.
  • Met de binnenstad van Deventer hebben we goud in handen. Samen met ondernemers en de bewoners werken we aan een aantrekkelijk gemengd woon-, winkel- en werkmilieu. Hierbij hebben voetgangers en fietsers de hoofdrol en de investeert in ruimtelijke kwaliteit. De dynamiek in de ontwikkelingen vraagt om een daarop toegesneden (flexibel) omgevingsplan.