Wat moet er gebeuren?
- We erkennen in Deventer dat er sprake is van een klimaatcrisis en betrekken dat bij alle te nemen besluiten. Deventer moet ambitieuzer zijn dan het kabinet en moet zich inzetten om de doelen uit het Parijsakkoord te halen, om de temperatuurstijging te beperken tot 1,5°C.
- Er komt een klimaatparagraaf bij ieder beleidsvoorstel. Daar staat in wat de impact van een beleidsvoorstel is op de klimaatproblematiek, onder andere de CO2-toename of afname. Hierdoor is duidelijk welke keuzes worden gemaakt
- We houden vast aan de doelstelling energieneutraal in 2030 maar veel belangrijker is een concrete tussendoelstelling voor 2026 (klimaatdoel 2026). Voor periode ‘22-‘26 maken we een klimaatprogramma met concrete acties voor elk jaar.
- De Wethouder Klimaatcrisis en Energietransitie is verantwoordelijk voor een jaarlijkse klimaatbegroting en klimaatjaarverslag zodat inzichtelijk is of wij onze doelstelling bereiken en of bijsturing nodig is. Deze stukken worden opgeleverd bij de begroting en het jaarverslag.
- We zetten extra in op energiebesparing. Immers: wat je niet verbruikt hoef je ook niet op te wekken. We geven daarbij zelf het goede voorbeeld door het gemeentelijke vastgoed versneld te verduurzamen (onder andere door isolatie) en energiezuinige apparatuur te gebruiken.
- Inwoners met een kleine beurs worden door de inzet van energiecoaches actief benaderd om energie te besparen en zij krijgen gratis hulpmiddelen zoals LED lampen en tochtstrips.
- Op elk geschikt dak zouden zonnepanelen moeten liggen! Bij nieuwe gebouwen nemen we dit als verplichting op. Bij bestaande gebouwen benutten we alle mogelijkheden om dit te stimuleren. Er zijn ook innovatieve mogelijkheden voor zonnepanelen in bijvoorbeeld fietspaden. Als gemeente stimuleren we deze ontwikkelingen en geven we zelf steeds het goede voorbeeld.
- Zelfs als we alle daken van Deventer volleggen met zonnepanelen, bereiken we slechts 20% van de doelstelling energieneutraal 2030. Daarom zijn windmolens nodig en sluiten we zonneparken niet op voorhand uit. Een zonnepark op landbouwgrond heeft niet onze eerste voorkeur, omdat het ten koste gaat van duurzame voedselproductie. Daarom zien we zonneparken het liefst op daken van bijvoorbeeld opslagloodsen, distributiecentra, boven parkeerplaatsen en langs wegen op onder meer geluidswallen.
- We zorgen voor optimale natuurlijke en maatschappelijke inpassing van een zonnepark, bijvoorbeeld in de vorm van een ‘energietuin’ waarbij zonneweides worden gecombineerd met rijke natuur die bijdraagt aan een toename van biodiversiteit.
- Windmolens zijn onmisbaar voor de duurzame energievoorziening. Het besluitvormingsproces waarin we op zoek gaan naar de meest geschikte locaties richten we zorgvuldig in. Inwoners, omwonenden en maatschappelijke organisaties worden vanaf het begin bij deze zoektocht en besluitvorming actief betrokken.
- Iedereen moet eigenaar kunnen zijn van projecten voor de opwekking van schone energie. Lokale initiatieven en energiecoöperaties van bewoners en lokale ondernemers worden ondersteund. Bij vergunningverlening aan commerciële partijen is minimaal 50% lokaal eigendom een voorwaarde.
- In de zoektocht naar duurzame energieopwekking staan we open voor nieuwe technologieën en sluiten we alternatieve oplossingen niet bij voorbaat uit mits de effecten op gezondheid en milieu acceptabel zijn. Kernenergie is onbespreekbaar, alleen al omdat we daarmee toekomstige generaties opzadelen met een risico en een afvalprobleem. Daarbij is het geen oplossing voor de korte termijn. Datzelfde geldt voor biomassaverbranding waarbij bomen worden geïmporteerd uit het buitenland voor energieopwekking.
- We experimenteren met innovatieve manieren om zonne-energie op te wekken: bijvoorbeeld op carports, gevels, bushokjes, asfalt, hekwerken en lantaarnpalen.